
02/09/2025
Op 17 juli 2025 heeft de Vlaamse Regering de Omzendbrief OMG/2025/1 gepubliceerd die een duidelijke afstandsregel vastlegt voor grote windturbines in woongebied: de afstand tussen een windturbine en de dichtstbijzijnde zone-eigen woning zal minstens gelijk moeten zijn aan drie keer de tiphoogte van de turbine indien deze hoger is dan 200 meter.
Daarmee komt een einde aan de jarenlange juridische mist rond afstandsnormen die tot dusver slechts via opeenvolgende, omzendbrieven en ad-hoc-afwegingen werd ingevuld. De nieuwe richtlijn zal Omzendbrief OMG/2024/1 integraal vervangen en moet zowel ontwikkelaars als omwonenden meer rechtszekerheid geven.
Hoewel de nieuwe omzendbrief quasi alle principes van Omzendbrief/2024/1 overneemt, zoals de drietrapsladder en de noodzaak om een lokalisatienota op te voorzien, is er een belangrijke nieuwe toevoeging voor wat betreft afstandsregels.
De basisregel inzake afstanden werkt eenvoudig: een windturbine met een tiphoogte van minstens 200 meter moet voortaan minimaal 600 meter verwijderd blijven van woningen; bij 250 meter wordt dat 750 meter. Respecteert een windturbineproject deze marge niet, dan is een vergunning in principe uitgesloten.
Toch is de omzendbrief geen harde wet en zouden afwijkingen in principe mogelijk kunnen blijven, op voorwaarde dat een grondige ruimtelijke of landschappelijke studie hard maakt dat er geen “negatieve impact op de goede ruimtelijke ordening” optreedt. Het zal echter bijzonder moeilijk zijn voor ontwikkelaars om te argumenteren dat er weldegelijk geen negatieve impact is en er bijvoorbeeld geen slagschaduw- of geluidshinder plaatsvindt.
De regeling zal enkel gelden voor woningen in woongebied en zal dus niet van toepassing zijn op zonevreemde woningen in bijvoorbeeld agrarisch gebied. Hoewel er talloze zonevreemde woningen potentieel geïmpacteerd kunnen worden door windturbineprojecten in agrarisch gebied, worden deze niet mee opgenomen in de nieuwe regelgeving, naar alle waarschijnlijkheid om geen algehele vergunningsstop te creëren. De afstandsregel is ook niet van toepassing wanneer er een aanvraag wordt ingediend inzake repoweringprojecten; langs autosnelwegen en in grootschalige industrieterreinen en havengebieden.
Voor kleinere turbines komen er geen afstandsregels en blijven de klassieke normen inzake geluid en slagschaduw volstaan. Daarnaast wordt in industrie- en havengebieden géén bijkomende afstandsvereisten opgelegd; ook daar blijven de bestaande milieunormen gelden. In ieder geval zal een dossiergewijze afweging nodig zijn waarbij steeds rekening wordt gehouden met alle andere relevante beoordelingscriteria voor de goede ruimtelijke ordening. Er zal op die manier steeds rekening moeten worden gehouden met in het bijzonder schaal, visuele impact en functionele inpasbaarheid.
Niet iedereen reageert enthousiast op de nieuwe omzendbrief. De Vlaamse Windenergie-Associatie (VWEA) biedt tegenwind door te stellen dat de maatregel “de derde omzendbrief in evenveel jaren” is en zo het investeringsklimaat rond onshore windturbines ondergraaft. Zij vreest een “boeken-toe-scenario” voor de 2,8 GW-doelstelling tegen 2030. Ook ondernemingsorganisatie Voka vraagt “voorzichtigheid” omdat een strikte norm tal van projecten, onder meer op bedrijventerreinen zou blokkeren en repowering kan bemoeilijken. Beiden pleiten voor een flexibeler, casusgedreven benadering waarbij geluid- en slagschaduwnormen centraal blijven staan.
Voor projectontwikkelaars betekent de nieuwe omzendbrief dat locatie- en haalbaarheidsstudies voortaan met een automatische 3 ×-tiphoogte-check zullen moeten beginnen. Dossiers die al in voorbereiding zijn, vergen mogelijk extra onderbouwing of zelfs een hertekening—zeker na het precedent in de Gentse kanaalzone, waar een turbine van 266,5 meter op 280 meter van de dichtste woning recent strandde. Vroege participatie met omwonenden en een nauwkeurige landschappelijke impactanalyse worden daarbij kritischer dan ooit.
Conclusie? De nieuwe omzendbrief zal broodnodige duidelijkheid bieden inzake afstandsregels, maar beperkt gelijktijdig ontwikkelingskansen van toekomstige windturbineprojecten. Wie proactief zijn vergunningsstrategie, locatiescreening en draagvlaktrajecten bijstuurt, kan vertraging beperken én gebruikmaken van de afwijkingsmogelijkheid waar dat ruimtelijk verdedigbaar is. In alle andere gevallen is een eenvoudige vuistregel nu glashelder: driemaal de tophoogte, of geen vergunning.
Heeft u nog vragen? Neem gerust contact op met ons kantoor voor een consultatie. Ockier & Partners Advocaten (part of Moore Law) verleent deskundig juridisch advies op het gebied van aanbestedingsrecht, vastgoedrecht en ondernemingsrecht en beschikt in het kader van vergunningsaanvragen voor windturbines over een uitgebreide expertise.

02/09/2025
Op 17 juli 2025 heeft de Vlaamse Regering de Omzendbrief OMG/2025/1 gepubliceerd die een duidelijke afstandsregel vastlegt voor grote windturbines in woongebied: de afstand tussen een windturbine en de dichtstbijzijnde zone-eigen woning zal minstens gelijk moeten zijn aan drie keer de tiphoogte van de turbine indien deze hoger is dan 200 meter.
Daarmee komt een einde aan de jarenlange juridische mist rond afstandsnormen die tot dusver slechts via opeenvolgende, omzendbrieven en ad-hoc-afwegingen werd ingevuld. De nieuwe richtlijn zal Omzendbrief OMG/2024/1 integraal vervangen en moet zowel ontwikkelaars als omwonenden meer rechtszekerheid geven.
Hoewel de nieuwe omzendbrief quasi alle principes van Omzendbrief/2024/1 overneemt, zoals de drietrapsladder en de noodzaak om een lokalisatienota op te voorzien, is er een belangrijke nieuwe toevoeging voor wat betreft afstandsregels.
De basisregel inzake afstanden werkt eenvoudig: een windturbine met een tiphoogte van minstens 200 meter moet voortaan minimaal 600 meter verwijderd blijven van woningen; bij 250 meter wordt dat 750 meter. Respecteert een windturbineproject deze marge niet, dan is een vergunning in principe uitgesloten.
Toch is de omzendbrief geen harde wet en zouden afwijkingen in principe mogelijk kunnen blijven, op voorwaarde dat een grondige ruimtelijke of landschappelijke studie hard maakt dat er geen “negatieve impact op de goede ruimtelijke ordening” optreedt. Het zal echter bijzonder moeilijk zijn voor ontwikkelaars om te argumenteren dat er weldegelijk geen negatieve impact is en er bijvoorbeeld geen slagschaduw- of geluidshinder plaatsvindt.
De regeling zal enkel gelden voor woningen in woongebied en zal dus niet van toepassing zijn op zonevreemde woningen in bijvoorbeeld agrarisch gebied. Hoewel er talloze zonevreemde woningen potentieel geïmpacteerd kunnen worden door windturbineprojecten in agrarisch gebied, worden deze niet mee opgenomen in de nieuwe regelgeving, naar alle waarschijnlijkheid om geen algehele vergunningsstop te creëren. De afstandsregel is ook niet van toepassing wanneer er een aanvraag wordt ingediend inzake repoweringprojecten; langs autosnelwegen en in grootschalige industrieterreinen en havengebieden.
Voor kleinere turbines komen er geen afstandsregels en blijven de klassieke normen inzake geluid en slagschaduw volstaan. Daarnaast wordt in industrie- en havengebieden géén bijkomende afstandsvereisten opgelegd; ook daar blijven de bestaande milieunormen gelden. In ieder geval zal een dossiergewijze afweging nodig zijn waarbij steeds rekening wordt gehouden met alle andere relevante beoordelingscriteria voor de goede ruimtelijke ordening. Er zal op die manier steeds rekening moeten worden gehouden met in het bijzonder schaal, visuele impact en functionele inpasbaarheid.
Niet iedereen reageert enthousiast op de nieuwe omzendbrief. De Vlaamse Windenergie-Associatie (VWEA) biedt tegenwind door te stellen dat de maatregel “de derde omzendbrief in evenveel jaren” is en zo het investeringsklimaat rond onshore windturbines ondergraaft. Zij vreest een “boeken-toe-scenario” voor de 2,8 GW-doelstelling tegen 2030. Ook ondernemingsorganisatie Voka vraagt “voorzichtigheid” omdat een strikte norm tal van projecten, onder meer op bedrijventerreinen zou blokkeren en repowering kan bemoeilijken. Beiden pleiten voor een flexibeler, casusgedreven benadering waarbij geluid- en slagschaduwnormen centraal blijven staan.
Voor projectontwikkelaars betekent de nieuwe omzendbrief dat locatie- en haalbaarheidsstudies voortaan met een automatische 3 ×-tiphoogte-check zullen moeten beginnen. Dossiers die al in voorbereiding zijn, vergen mogelijk extra onderbouwing of zelfs een hertekening—zeker na het precedent in de Gentse kanaalzone, waar een turbine van 266,5 meter op 280 meter van de dichtste woning recent strandde. Vroege participatie met omwonenden en een nauwkeurige landschappelijke impactanalyse worden daarbij kritischer dan ooit.
Conclusie? De nieuwe omzendbrief zal broodnodige duidelijkheid bieden inzake afstandsregels, maar beperkt gelijktijdig ontwikkelingskansen van toekomstige windturbineprojecten. Wie proactief zijn vergunningsstrategie, locatiescreening en draagvlaktrajecten bijstuurt, kan vertraging beperken én gebruikmaken van de afwijkingsmogelijkheid waar dat ruimtelijk verdedigbaar is. In alle andere gevallen is een eenvoudige vuistregel nu glashelder: driemaal de tophoogte, of geen vergunning.
Heeft u nog vragen? Neem gerust contact op met ons kantoor voor een consultatie. Ockier & Partners Advocaten (part of Moore Law) verleent deskundig juridisch advies op het gebied van aanbestedingsrecht, vastgoedrecht en ondernemingsrecht en beschikt in het kader van vergunningsaanvragen voor windturbines over een uitgebreide expertise.

02/09/2025
Op 17 juli 2025 heeft de Vlaamse Regering de Omzendbrief OMG/2025/1 gepubliceerd die een duidelijke afstandsregel vastlegt voor grote windturbines in woongebied: de afstand tussen een windturbine en de dichtstbijzijnde zone-eigen woning zal minstens gelijk moeten zijn aan drie keer de tiphoogte van de turbine indien deze hoger is dan 200 meter.
Daarmee komt een einde aan de jarenlange juridische mist rond afstandsnormen die tot dusver slechts via opeenvolgende, omzendbrieven en ad-hoc-afwegingen werd ingevuld. De nieuwe richtlijn zal Omzendbrief OMG/2024/1 integraal vervangen en moet zowel ontwikkelaars als omwonenden meer rechtszekerheid geven.
Hoewel de nieuwe omzendbrief quasi alle principes van Omzendbrief/2024/1 overneemt, zoals de drietrapsladder en de noodzaak om een lokalisatienota op te voorzien, is er een belangrijke nieuwe toevoeging voor wat betreft afstandsregels.
De basisregel inzake afstanden werkt eenvoudig: een windturbine met een tiphoogte van minstens 200 meter moet voortaan minimaal 600 meter verwijderd blijven van woningen; bij 250 meter wordt dat 750 meter. Respecteert een windturbineproject deze marge niet, dan is een vergunning in principe uitgesloten.
Toch is de omzendbrief geen harde wet en zouden afwijkingen in principe mogelijk kunnen blijven, op voorwaarde dat een grondige ruimtelijke of landschappelijke studie hard maakt dat er geen “negatieve impact op de goede ruimtelijke ordening” optreedt. Het zal echter bijzonder moeilijk zijn voor ontwikkelaars om te argumenteren dat er weldegelijk geen negatieve impact is en er bijvoorbeeld geen slagschaduw- of geluidshinder plaatsvindt.
De regeling zal enkel gelden voor woningen in woongebied en zal dus niet van toepassing zijn op zonevreemde woningen in bijvoorbeeld agrarisch gebied. Hoewel er talloze zonevreemde woningen potentieel geïmpacteerd kunnen worden door windturbineprojecten in agrarisch gebied, worden deze niet mee opgenomen in de nieuwe regelgeving, naar alle waarschijnlijkheid om geen algehele vergunningsstop te creëren. De afstandsregel is ook niet van toepassing wanneer er een aanvraag wordt ingediend inzake repoweringprojecten; langs autosnelwegen en in grootschalige industrieterreinen en havengebieden.
Voor kleinere turbines komen er geen afstandsregels en blijven de klassieke normen inzake geluid en slagschaduw volstaan. Daarnaast wordt in industrie- en havengebieden géén bijkomende afstandsvereisten opgelegd; ook daar blijven de bestaande milieunormen gelden. In ieder geval zal een dossiergewijze afweging nodig zijn waarbij steeds rekening wordt gehouden met alle andere relevante beoordelingscriteria voor de goede ruimtelijke ordening. Er zal op die manier steeds rekening moeten worden gehouden met in het bijzonder schaal, visuele impact en functionele inpasbaarheid.
Niet iedereen reageert enthousiast op de nieuwe omzendbrief. De Vlaamse Windenergie-Associatie (VWEA) biedt tegenwind door te stellen dat de maatregel “de derde omzendbrief in evenveel jaren” is en zo het investeringsklimaat rond onshore windturbines ondergraaft. Zij vreest een “boeken-toe-scenario” voor de 2,8 GW-doelstelling tegen 2030. Ook ondernemingsorganisatie Voka vraagt “voorzichtigheid” omdat een strikte norm tal van projecten, onder meer op bedrijventerreinen zou blokkeren en repowering kan bemoeilijken. Beiden pleiten voor een flexibeler, casusgedreven benadering waarbij geluid- en slagschaduwnormen centraal blijven staan.
Voor projectontwikkelaars betekent de nieuwe omzendbrief dat locatie- en haalbaarheidsstudies voortaan met een automatische 3 ×-tiphoogte-check zullen moeten beginnen. Dossiers die al in voorbereiding zijn, vergen mogelijk extra onderbouwing of zelfs een hertekening—zeker na het precedent in de Gentse kanaalzone, waar een turbine van 266,5 meter op 280 meter van de dichtste woning recent strandde. Vroege participatie met omwonenden en een nauwkeurige landschappelijke impactanalyse worden daarbij kritischer dan ooit.
Conclusie? De nieuwe omzendbrief zal broodnodige duidelijkheid bieden inzake afstandsregels, maar beperkt gelijktijdig ontwikkelingskansen van toekomstige windturbineprojecten. Wie proactief zijn vergunningsstrategie, locatiescreening en draagvlaktrajecten bijstuurt, kan vertraging beperken én gebruikmaken van de afwijkingsmogelijkheid waar dat ruimtelijk verdedigbaar is. In alle andere gevallen is een eenvoudige vuistregel nu glashelder: driemaal de tophoogte, of geen vergunning.
Heeft u nog vragen? Neem gerust contact op met ons kantoor voor een consultatie. Ockier & Partners Advocaten (part of Moore Law) verleent deskundig juridisch advies op het gebied van aanbestedingsrecht, vastgoedrecht en ondernemingsrecht en beschikt in het kader van vergunningsaanvragen voor windturbines over een uitgebreide expertise.
Ockier Advocaten | Beneluxpark 24, 8500 Kortrijk | T 056 25 60 60 | info_ockier@moore.be  
BTW BE0452 031 480 | Bank: BE97 4665 5551 3149 | Derden: BE58 4665 5551 6179
© 2025 Ockier Advocaten | Algemene voorwaarden | Privacybeleid | Witwasregelgeving | design: adfun.be
Ockier Advocaten | Beneluxpark 24, 8500 Kortrijk | T 056 25 60 60 | info_ockier@moore.be  
BTW BE0452 031 480 | Bank: BE97 4665 5551 3149 | Derden: BE58 4665 5551 6179
© 2025 Ockier Advocaten | Algemene voorwaarden | Witwasregelgeving | design: adfun.be