News & events

BERICHT_ALGEMEEN

01/04/2015

Werknemer in de eigen vennootschap? Opgepast!

Omwille van de betere sociale bescherming die werknemers nog steeds genieten, willen zaakvoerders van een vennootschap zich soms inschrijven als werknemer van de eigen vennootschap, in plaats van het zelfstandigen-statuut aan te nemen. Kan dit zomaar? Kan men werknemer zijn van de eigen vennootschap waarvan men zaakvoerder is? 

 

Er bestaat geen enkele wettelijke on-verenigbaarheid die bepaalt dat een mandataris van een vennootschap onder geen beding een arbeidsovereenkomst kan afsluiten met zijn eigen vennootschap.  

 

En toch moet men hiermee erg voorzichtig zijn. De tewerkstelling in het kader van een arbeidsovereenkomst, in zijn eigen vennootschap, kan maar ge-beuren indien drie voorwaarden gelijktijdig vervuld zijn:  

  • de activiteit die het voorwerp uitmaakt van de arbeidsovereenkomst moet voldoende onderscheiden zijn van de taak als mandataris van de vennootschap;  
  • er moet een band van ondergeschiktheid zijn;
  • er dient een loon als werknemer te worden uitgekeerd voor de gepresteerde arbeid.

Om te kunnen spreken van een arbeidsovereenkomst, moet de zaakvoerder-werknemer dus in eerste instantie bewijzen dat hij naast zijn opdrachten als mandataris (degene die de vennoot-schap vertegenwoordigt) nog andere activiteiten, met een technisch, administratief, boekhoudkundig of commercieel karakter, heeft in de onder-neming. Daarnaast moet hij bewijzen dat hij een loon als werknemer ontvangt. Deze twee zaken kunnen meestal gemakkelijk bewezen worden. 

 

Het bestaan van een gezagsrelatie bewijzen, is daarentegen heel wat minder eenvoudig. Er moet dus aangetoond worden dat er binnen de vennootschap een persoon of een orgaan aanwezig is die effectief gezag kan uitoefenen over de zaakvoerder-werknemer.  

Indien er slechts één zaakvoerder is in de vennootschap, is dit bewijs onmo-gelijk te leveren. Een arbeidsovereen-komst is hier niet haalbaar.  

 

Slechts wanneer er een college van zaakvoerders binnen de BVBA bestaat, is er de mogelijkheid dat één der zaakvoerders tewerkgesteld wordt in het kader van een arbeidsovereenkomst. Deze zaakvoerder mag wel niet over onbeperkte bevoegdheden beschikken.  

Ook indien er andere aandeelhouders zijn in de vennootschap met meer dan 50 % van de aandelen, zou kunnen bewezen worden dat het zeggenschap van de zaakvoerder-werknemer in de vennootschap beperkt is, en dat er dus een band van ondergeschiktheid bestaat. Evenwel dient men zich steeds bewust te zijn van de risico’s van dergelijke constructies, vooral wanneer deze niet zouden overeenkomen met de realiteit. Indien de RSZ bij een controle zou vaststellen dat het werknemersstatuut onverenigbaar is met de werkelijke situatie (bijvoorbeeld omdat er in de praktijk helemaal geen gezagsrelatie bestaat, en de zaakvoerder aan niemand ondergeschikt is in de vennootschap), dan zal een herkwalificatie naar het zelfstandigenstatuut zich opdringen.  

 

De zaakvoerder-werknemer kan ambtshalve en retroactief geschrapt worden als werknemer, met alle consequenties van dien op het vlak van sociale voordelen waar de zaakvoerder-werknemer dacht recht op te hebben (pensioen, ziekteverlof, ouderschapsverlof, …). 

Informeer U dus steeds voldoende alvorens dergelijke constructies op te zetten. 

 

Wij helpen U uiteraard graag verder. 

Auteur

Lori Malysse

News & events

BERICHT_ALGEMEEN

01/04/2015

Werknemer in de eigen vennootschap? Opgepast!

Omwille van de betere sociale bescherming die werknemers nog steeds genieten, willen zaakvoerders van een vennootschap zich soms inschrijven als werknemer van de eigen vennootschap, in plaats van het zelfstandigen-statuut aan te nemen. Kan dit zomaar? Kan men werknemer zijn van de eigen vennootschap waarvan men zaakvoerder is? 

 

Er bestaat geen enkele wettelijke on-verenigbaarheid die bepaalt dat een mandataris van een vennootschap onder geen beding een arbeidsovereenkomst kan afsluiten met zijn eigen vennootschap.  

 

En toch moet men hiermee erg voorzichtig zijn. De tewerkstelling in het kader van een arbeidsovereenkomst, in zijn eigen vennootschap, kan maar ge-beuren indien drie voorwaarden gelijktijdig vervuld zijn:  

  • de activiteit die het voorwerp uitmaakt van de arbeidsovereenkomst moet voldoende onderscheiden zijn van de taak als mandataris van de vennootschap;  
  • er moet een band van ondergeschiktheid zijn;
  • er dient een loon als werknemer te worden uitgekeerd voor de gepresteerde arbeid.

Om te kunnen spreken van een arbeidsovereenkomst, moet de zaakvoerder-werknemer dus in eerste instantie bewijzen dat hij naast zijn opdrachten als mandataris (degene die de vennoot-schap vertegenwoordigt) nog andere activiteiten, met een technisch, administratief, boekhoudkundig of commercieel karakter, heeft in de onder-neming. Daarnaast moet hij bewijzen dat hij een loon als werknemer ontvangt. Deze twee zaken kunnen meestal gemakkelijk bewezen worden. 

 

Het bestaan van een gezagsrelatie bewijzen, is daarentegen heel wat minder eenvoudig. Er moet dus aangetoond worden dat er binnen de vennootschap een persoon of een orgaan aanwezig is die effectief gezag kan uitoefenen over de zaakvoerder-werknemer.  

Indien er slechts één zaakvoerder is in de vennootschap, is dit bewijs onmo-gelijk te leveren. Een arbeidsovereen-komst is hier niet haalbaar.  

 

Slechts wanneer er een college van zaakvoerders binnen de BVBA bestaat, is er de mogelijkheid dat één der zaakvoerders tewerkgesteld wordt in het kader van een arbeidsovereenkomst. Deze zaakvoerder mag wel niet over onbeperkte bevoegdheden beschikken.  

Ook indien er andere aandeelhouders zijn in de vennootschap met meer dan 50 % van de aandelen, zou kunnen bewezen worden dat het zeggenschap van de zaakvoerder-werknemer in de vennootschap beperkt is, en dat er dus een band van ondergeschiktheid bestaat. Evenwel dient men zich steeds bewust te zijn van de risico’s van dergelijke constructies, vooral wanneer deze niet zouden overeenkomen met de realiteit. Indien de RSZ bij een controle zou vaststellen dat het werknemersstatuut onverenigbaar is met de werkelijke situatie (bijvoorbeeld omdat er in de praktijk helemaal geen gezagsrelatie bestaat, en de zaakvoerder aan niemand ondergeschikt is in de vennootschap), dan zal een herkwalificatie naar het zelfstandigenstatuut zich opdringen.  

 

De zaakvoerder-werknemer kan ambtshalve en retroactief geschrapt worden als werknemer, met alle consequenties van dien op het vlak van sociale voordelen waar de zaakvoerder-werknemer dacht recht op te hebben (pensioen, ziekteverlof, ouderschapsverlof, …). 

Informeer U dus steeds voldoende alvorens dergelijke constructies op te zetten. 

 

Wij helpen U uiteraard graag verder. 

Auteur

Lori Malysse

News & events

BERICHT_ALGEMEEN

01/04/2015

Werknemer in de eigen vennootschap? Opgepast!

Omwille van de betere sociale bescherming die werknemers nog steeds genieten, willen zaakvoerders van een vennootschap zich soms inschrijven als werknemer van de eigen vennootschap, in plaats van het zelfstandigen-statuut aan te nemen. Kan dit zomaar? Kan men werknemer zijn van de eigen vennootschap waarvan men zaakvoerder is? 

 

Er bestaat geen enkele wettelijke on-verenigbaarheid die bepaalt dat een mandataris van een vennootschap onder geen beding een arbeidsovereenkomst kan afsluiten met zijn eigen vennootschap.  

 

En toch moet men hiermee erg voorzichtig zijn. De tewerkstelling in het kader van een arbeidsovereenkomst, in zijn eigen vennootschap, kan maar ge-beuren indien drie voorwaarden gelijktijdig vervuld zijn:  

  • de activiteit die het voorwerp uitmaakt van de arbeidsovereenkomst moet voldoende onderscheiden zijn van de taak als mandataris van de vennootschap;  
  • er moet een band van ondergeschiktheid zijn;
  • er dient een loon als werknemer te worden uitgekeerd voor de gepresteerde arbeid.

Om te kunnen spreken van een arbeidsovereenkomst, moet de zaakvoerder-werknemer dus in eerste instantie bewijzen dat hij naast zijn opdrachten als mandataris (degene die de vennoot-schap vertegenwoordigt) nog andere activiteiten, met een technisch, administratief, boekhoudkundig of commercieel karakter, heeft in de onder-neming. Daarnaast moet hij bewijzen dat hij een loon als werknemer ontvangt. Deze twee zaken kunnen meestal gemakkelijk bewezen worden. 

 

Het bestaan van een gezagsrelatie bewijzen, is daarentegen heel wat minder eenvoudig. Er moet dus aangetoond worden dat er binnen de vennootschap een persoon of een orgaan aanwezig is die effectief gezag kan uitoefenen over de zaakvoerder-werknemer.  

Indien er slechts één zaakvoerder is in de vennootschap, is dit bewijs onmo-gelijk te leveren. Een arbeidsovereen-komst is hier niet haalbaar.  

 

Slechts wanneer er een college van zaakvoerders binnen de BVBA bestaat, is er de mogelijkheid dat één der zaakvoerders tewerkgesteld wordt in het kader van een arbeidsovereenkomst. Deze zaakvoerder mag wel niet over onbeperkte bevoegdheden beschikken.  

Ook indien er andere aandeelhouders zijn in de vennootschap met meer dan 50 % van de aandelen, zou kunnen bewezen worden dat het zeggenschap van de zaakvoerder-werknemer in de vennootschap beperkt is, en dat er dus een band van ondergeschiktheid bestaat. Evenwel dient men zich steeds bewust te zijn van de risico’s van dergelijke constructies, vooral wanneer deze niet zouden overeenkomen met de realiteit. Indien de RSZ bij een controle zou vaststellen dat het werknemersstatuut onverenigbaar is met de werkelijke situatie (bijvoorbeeld omdat er in de praktijk helemaal geen gezagsrelatie bestaat, en de zaakvoerder aan niemand ondergeschikt is in de vennootschap), dan zal een herkwalificatie naar het zelfstandigenstatuut zich opdringen.  

 

De zaakvoerder-werknemer kan ambtshalve en retroactief geschrapt worden als werknemer, met alle consequenties van dien op het vlak van sociale voordelen waar de zaakvoerder-werknemer dacht recht op te hebben (pensioen, ziekteverlof, ouderschapsverlof, …). 

Informeer U dus steeds voldoende alvorens dergelijke constructies op te zetten. 

 

Wij helpen U uiteraard graag verder.