01/03/2018
In 2017 werden al talloze hervormingen aangekondigd met een fundamentele impact op het vastgoedrecht: de omgevingsvergunning, het nieuwe erfrecht, de nieuwe wet op de mede-eigendom, het huurdecreet, de betonstop etc.
Er komt opnieuw een hervorming aan die het ondernemingsleven in al haar facetten zal beïnvloeden: het nieuwe Wetboek Vennootschappen en Verenigingen (WVV), een geesteskind van minister van Justitie, Koen Geens.
Het finale voorontwerp van wet werd goedgekeurd door de federale ministerraad op 20 juli 2017. Het parlement kan er zich nu over uit spreken, zodat bepaalde elementen allicht nog zullen worden gewijzigd. Bedoeling is dat het WVV vanaf eind 2018 stapsgewijs in werking treedt.
De hervorming komt alvast niet uit de lucht gevallen: veel Europese lidstaten proberen met een modern en flexibel vennootschapsrecht investeerders aan te trekken. België kon dan ook niet achterblijven in deze wetgevende wedloop.
Eén ding is zeker: als de kern van het ambitieuze ontwerp blijft behouden, staat België opnieuw aan de kop van het peloton én mag de Belgische ondernemer zich opmaken voor ingrijpende veranderingen.
Hieronder halen wij enkele aandachtspunten aan.
1. Geen onderscheid tussen handelsvennootschappen en burgerlijke vennootschappen
Het onderscheid tussen handelsvennootschappen, met een commercieel doel (zoals een bouwpromotor, een autogarage etc.), en burgerlijke vennootschappen (bijv. een artsen- of advocatenpraktijk) houdt op te bestaan. Alle vennootschappen, vzw’s en stichtingen worden in het WVV aanzien als vennootschappen.
Dit zal onder meer tot gevolg hebben dat burgerlijke vennootschappen en vzw’s ook het faillissement zullen kunnen aanvragen, een “voorrecht” dat vooralsnog is voorbehouden aan handelsvennootschappen.
2. En toen waren ze nog met vier
Van de dertien vennootschapsvormen onder het huidige recht blijven er vier behouden:
Belangrijke nuancering: u zal de vier overblijvende vennootschapsvormen zodanig sterk kunnen moduleren dat u zo goed als alle vennootschapsvormen die bestaan onder het huidig recht zal kunnen herbouwen.
3. Afschaffing minimumkapitaal
Op heden bedraagt het startkapitaal in de BVBA 18.550 euro. De kapitaalvereiste heeft vooral tot doel om de schuldeisers van de vennootschap te beschermen maar kan dit in de praktijk niet waarmaken.
In de nieuwe BV en de CV wordt de kapitaalvereiste volledig afgeschaft. Gevolg is dat de oprichters vrij het aanvangsvermogen zullen kunnen bepalen.
Ten gevolge van de verdwijning van de kapitaalvereiste, verdwijnt voor de BV ook de wettelijke reserve. In de bestaande BVBA’s en CV’s wordt deze tot een statutair onbeschikbare vermogensrekening omgevormd.
De vereiste van een “toereikend” vermogen (nu “toereikend kapitaal”) zou wel behouden blijven, met dien verstande dat ook financiering aan de hand van vreemd vermogen in rekening wordt gebracht.
De verplichting om een financieel plan op te maken wordt verder uitgewerkt en er wordt een wettelijke minimuminhoud voor dergelijk plan voorgeschreven.
4. Grens (“cap”) op de bestuurdersaansprakelijkheid
Het ontwerp wil zogenaamde aansprakelijkheidsgrenzen invoeren (liability caps).
Concreet houdt dit in dat de aansprakelijkheid van bestuurders – die op heden ongelimiteerd is – per feit of per geheel van feiten zou beperkt worden tot een welbepaald bedrag. Het bedrag zou variëren in functie van de omvang, de omzet en het balanstotaal van de betrokken vennootschap.
5. En verder…
Ook volgende veranderingen staan op de plank:
6. Wat met bestaande vennootschappen?
Het WVV zal waarschijnlijk officieel in werking treden vanaf 1 januari 2020 (deze datum moet nog bevestigd worden). Vennootschappen en verenigingen zullen ervoor kunnen kiezen om zich al eerder te conformeren aan de nieuwe regels, maar moeten dat dan wel volledig doen.
Voor bestaande vennootschappen is voorzien in een overgangsperiode: zij krijgen de tijd tot 2029 om hun statuten volledig in overeenstemming te brengen met het nieuwe vennootschapsrecht. Een vennootschap of vereniging die na 2020 haar statuten wijzigt, zal echter onmiddellijk de volledige statuten moeten aanpassen.
Indien vennootschappen met een vorm die wordt afgeschaft zich niet omvormen tegen 2029, worden zij op dat ogenblik automatisch omgezet naar het type vennootschap dat het best aansluit bij de vroegere vorm.
Rechtspersonen die worden opgericht na 2020 moeten onmiddellijk de nieuwe regels toepassen.
Wij volgen de nieuwe ontwikkelingen alvast op de voet, en staan u met raad en daad bij.
01/03/2018
In 2017 werden al talloze hervormingen aangekondigd met een fundamentele impact op het vastgoedrecht: de omgevingsvergunning, het nieuwe erfrecht, de nieuwe wet op de mede-eigendom, het huurdecreet, de betonstop etc.
Er komt opnieuw een hervorming aan die het ondernemingsleven in al haar facetten zal beïnvloeden: het nieuwe Wetboek Vennootschappen en Verenigingen (WVV), een geesteskind van minister van Justitie, Koen Geens.
Het finale voorontwerp van wet werd goedgekeurd door de federale ministerraad op 20 juli 2017. Het parlement kan er zich nu over uit spreken, zodat bepaalde elementen allicht nog zullen worden gewijzigd. Bedoeling is dat het WVV vanaf eind 2018 stapsgewijs in werking treedt.
De hervorming komt alvast niet uit de lucht gevallen: veel Europese lidstaten proberen met een modern en flexibel vennootschapsrecht investeerders aan te trekken. België kon dan ook niet achterblijven in deze wetgevende wedloop.
Eén ding is zeker: als de kern van het ambitieuze ontwerp blijft behouden, staat België opnieuw aan de kop van het peloton én mag de Belgische ondernemer zich opmaken voor ingrijpende veranderingen.
Hieronder halen wij enkele aandachtspunten aan.
1. Geen onderscheid tussen handelsvennootschappen en burgerlijke vennootschappen
Het onderscheid tussen handelsvennootschappen, met een commercieel doel (zoals een bouwpromotor, een autogarage etc.), en burgerlijke vennootschappen (bijv. een artsen- of advocatenpraktijk) houdt op te bestaan. Alle vennootschappen, vzw’s en stichtingen worden in het WVV aanzien als vennootschappen.
Dit zal onder meer tot gevolg hebben dat burgerlijke vennootschappen en vzw’s ook het faillissement zullen kunnen aanvragen, een “voorrecht” dat vooralsnog is voorbehouden aan handelsvennootschappen.
2. En toen waren ze nog met vier
Van de dertien vennootschapsvormen onder het huidige recht blijven er vier behouden:
Belangrijke nuancering: u zal de vier overblijvende vennootschapsvormen zodanig sterk kunnen moduleren dat u zo goed als alle vennootschapsvormen die bestaan onder het huidig recht zal kunnen herbouwen.
3. Afschaffing minimumkapitaal
Op heden bedraagt het startkapitaal in de BVBA 18.550 euro. De kapitaalvereiste heeft vooral tot doel om de schuldeisers van de vennootschap te beschermen maar kan dit in de praktijk niet waarmaken.
In de nieuwe BV en de CV wordt de kapitaalvereiste volledig afgeschaft. Gevolg is dat de oprichters vrij het aanvangsvermogen zullen kunnen bepalen.
Ten gevolge van de verdwijning van de kapitaalvereiste, verdwijnt voor de BV ook de wettelijke reserve. In de bestaande BVBA’s en CV’s wordt deze tot een statutair onbeschikbare vermogensrekening omgevormd.
De vereiste van een “toereikend” vermogen (nu “toereikend kapitaal”) zou wel behouden blijven, met dien verstande dat ook financiering aan de hand van vreemd vermogen in rekening wordt gebracht.
De verplichting om een financieel plan op te maken wordt verder uitgewerkt en er wordt een wettelijke minimuminhoud voor dergelijk plan voorgeschreven.
4. Grens (“cap”) op de bestuurdersaansprakelijkheid
Het ontwerp wil zogenaamde aansprakelijkheidsgrenzen invoeren (liability caps).
Concreet houdt dit in dat de aansprakelijkheid van bestuurders – die op heden ongelimiteerd is – per feit of per geheel van feiten zou beperkt worden tot een welbepaald bedrag. Het bedrag zou variëren in functie van de omvang, de omzet en het balanstotaal van de betrokken vennootschap.
5. En verder…
Ook volgende veranderingen staan op de plank:
6. Wat met bestaande vennootschappen?
Het WVV zal waarschijnlijk officieel in werking treden vanaf 1 januari 2020 (deze datum moet nog bevestigd worden). Vennootschappen en verenigingen zullen ervoor kunnen kiezen om zich al eerder te conformeren aan de nieuwe regels, maar moeten dat dan wel volledig doen.
Voor bestaande vennootschappen is voorzien in een overgangsperiode: zij krijgen de tijd tot 2029 om hun statuten volledig in overeenstemming te brengen met het nieuwe vennootschapsrecht. Een vennootschap of vereniging die na 2020 haar statuten wijzigt, zal echter onmiddellijk de volledige statuten moeten aanpassen.
Indien vennootschappen met een vorm die wordt afgeschaft zich niet omvormen tegen 2029, worden zij op dat ogenblik automatisch omgezet naar het type vennootschap dat het best aansluit bij de vroegere vorm.
Rechtspersonen die worden opgericht na 2020 moeten onmiddellijk de nieuwe regels toepassen.
Wij volgen de nieuwe ontwikkelingen alvast op de voet, en staan u met raad en daad bij.
01/03/2018
In 2017 werden al talloze hervormingen aangekondigd met een fundamentele impact op het vastgoedrecht: de omgevingsvergunning, het nieuwe erfrecht, de nieuwe wet op de mede-eigendom, het huurdecreet, de betonstop etc.
Er komt opnieuw een hervorming aan die het ondernemingsleven in al haar facetten zal beïnvloeden: het nieuwe Wetboek Vennootschappen en Verenigingen (WVV), een geesteskind van minister van Justitie, Koen Geens.
Het finale voorontwerp van wet werd goedgekeurd door de federale ministerraad op 20 juli 2017. Het parlement kan er zich nu over uit spreken, zodat bepaalde elementen allicht nog zullen worden gewijzigd. Bedoeling is dat het WVV vanaf eind 2018 stapsgewijs in werking treedt.
De hervorming komt alvast niet uit de lucht gevallen: veel Europese lidstaten proberen met een modern en flexibel vennootschapsrecht investeerders aan te trekken. België kon dan ook niet achterblijven in deze wetgevende wedloop.
Eén ding is zeker: als de kern van het ambitieuze ontwerp blijft behouden, staat België opnieuw aan de kop van het peloton én mag de Belgische ondernemer zich opmaken voor ingrijpende veranderingen.
Hieronder halen wij enkele aandachtspunten aan.
1. Geen onderscheid tussen handelsvennootschappen en burgerlijke vennootschappen
Het onderscheid tussen handelsvennootschappen, met een commercieel doel (zoals een bouwpromotor, een autogarage etc.), en burgerlijke vennootschappen (bijv. een artsen- of advocatenpraktijk) houdt op te bestaan. Alle vennootschappen, vzw’s en stichtingen worden in het WVV aanzien als vennootschappen.
Dit zal onder meer tot gevolg hebben dat burgerlijke vennootschappen en vzw’s ook het faillissement zullen kunnen aanvragen, een “voorrecht” dat vooralsnog is voorbehouden aan handelsvennootschappen.
2. En toen waren ze nog met vier
Van de dertien vennootschapsvormen onder het huidige recht blijven er vier behouden:
Belangrijke nuancering: u zal de vier overblijvende vennootschapsvormen zodanig sterk kunnen moduleren dat u zo goed als alle vennootschapsvormen die bestaan onder het huidig recht zal kunnen herbouwen.
3. Afschaffing minimumkapitaal
Op heden bedraagt het startkapitaal in de BVBA 18.550 euro. De kapitaalvereiste heeft vooral tot doel om de schuldeisers van de vennootschap te beschermen maar kan dit in de praktijk niet waarmaken.
In de nieuwe BV en de CV wordt de kapitaalvereiste volledig afgeschaft. Gevolg is dat de oprichters vrij het aanvangsvermogen zullen kunnen bepalen.
Ten gevolge van de verdwijning van de kapitaalvereiste, verdwijnt voor de BV ook de wettelijke reserve. In de bestaande BVBA’s en CV’s wordt deze tot een statutair onbeschikbare vermogensrekening omgevormd.
De vereiste van een “toereikend” vermogen (nu “toereikend kapitaal”) zou wel behouden blijven, met dien verstande dat ook financiering aan de hand van vreemd vermogen in rekening wordt gebracht.
De verplichting om een financieel plan op te maken wordt verder uitgewerkt en er wordt een wettelijke minimuminhoud voor dergelijk plan voorgeschreven.
4. Grens (“cap”) op de bestuurdersaansprakelijkheid
Het ontwerp wil zogenaamde aansprakelijkheidsgrenzen invoeren (liability caps).
Concreet houdt dit in dat de aansprakelijkheid van bestuurders – die op heden ongelimiteerd is – per feit of per geheel van feiten zou beperkt worden tot een welbepaald bedrag. Het bedrag zou variëren in functie van de omvang, de omzet en het balanstotaal van de betrokken vennootschap.
5. En verder…
Ook volgende veranderingen staan op de plank:
6. Wat met bestaande vennootschappen?
Het WVV zal waarschijnlijk officieel in werking treden vanaf 1 januari 2020 (deze datum moet nog bevestigd worden). Vennootschappen en verenigingen zullen ervoor kunnen kiezen om zich al eerder te conformeren aan de nieuwe regels, maar moeten dat dan wel volledig doen.
Voor bestaande vennootschappen is voorzien in een overgangsperiode: zij krijgen de tijd tot 2029 om hun statuten volledig in overeenstemming te brengen met het nieuwe vennootschapsrecht. Een vennootschap of vereniging die na 2020 haar statuten wijzigt, zal echter onmiddellijk de volledige statuten moeten aanpassen.
Indien vennootschappen met een vorm die wordt afgeschaft zich niet omvormen tegen 2029, worden zij op dat ogenblik automatisch omgezet naar het type vennootschap dat het best aansluit bij de vroegere vorm.
Rechtspersonen die worden opgericht na 2020 moeten onmiddellijk de nieuwe regels toepassen.
Wij volgen de nieuwe ontwikkelingen alvast op de voet, en staan u met raad en daad bij.
Ockier Advocaten | Beneluxpark 24, 8500 Kortrijk | T 056 25 60 60 | info@ockier-advocaten.be
BTW BE0452 031 480 | Bank: BE97 4665 5551 3149 | Derden: BE58 4665 5551 6179
© 2025 Ockier Advocaten | Algemene voorwaarden | Privacybeleid | Witwasregelgeving | design: adfun.be
Ockier Advocaten | Beneluxpark 24, 8500 Kortrijk | T 056 25 60 60 | info@ockier-advocaten.be
BTW BE0452 031 480 | Bank: BE97 4665 5551 3149 | Derden: BE58 4665 5551 6179
© 2025 Ockier Advocaten | Algemene voorwaarden | Witwasregelgeving | design: adfun.be