News & events

1

10/05/2023

Een evolutie in de tegenstelbaarheid van algemene voorwaarden in B2B context

In een digitaal tijdperk is de verwijzing naar algemene voorwaarden op de website bijna een evidentie.

Toch hebben diverse rechtbanken in het verleden geoordeeld dat dit niet voldoende was om deze algemene voorwaarden effectief van toepassing te laten vinden tussen partijen. Er wordt steevast verwezen naar een aantal voorwaarden opdat er sprake kon zijn van tegenstelbaarheid ten aanzien van schuldenaar.

 

Waar de rechtspraak voorheen niet aanvaardde dat een hyperlink voldoende was om te kunnen spreken van kennisname en aanvaarding van de algemene voorwaarden, lijkt hierin sinds een recent arrest van het Hof van Cassatie verandering in te komen. 

 

Deze nieuwsbrief gaat dieper in op die voorwaarden en bespreekt tevens de recente evoluties.

 

    1.      De vereisten van kennisname en aanvaarding: wat met de algemene voorwaarden op de factuur?

 

Opdat de algemene voorwaarden van een aannemer tegenstelbaar aan de medecontractant zijn, moet er voldaan worden aan twee voorwaarden:

 

   1.1.    Kennisname

 

Een eerste vereiste is dat de medecontractant kennis van de algemene voorwaarden moet hebben genomen, of de redelijke mogelijkheid hebben gehad om kennis ervan te nemen. De vereiste van kennis behelst zowel het bestaan als de inhoud van de algemene voorwaarden.

 

De rechtspraak bepaalt dat dit uiterlijk op het moment van sluiten van de overeenkomst dient te gebeuren. Dit betekent dus dat een eerste vermelding van de algemene voorwaarden op een factuur laattijdig is, terwijl de vermelding op een offerte dus wel conform deze vereiste is. Dit moet evenwel genuanceerd worden wat betreft de contractuele relatie tussen aannemers onderling, en dus in een B2B-context. In dit geval bevat de factuur een bijzondere bewijswaarde, wat inhoudt dat bij gebrek aan tijdig protest de factuur én de algemene voorwaarden erop vermeld geacht worden aanvaard te zijn. Doch blijft het ook hier aan te raden niet te wachten tot de eerste factuur om de algemene voorwaarden mee te delen.

 

Daarnaast stelt de vraag zich wat er concreet onder de redelijke mogelijkheid tot kennisname kan begrepen worden. De beoordeling of er effectief een redelijke mogelijkheid bestond, gebeurt steeds door de feitenrechter, waarbij rekening zal gehouden worden met de leesbaarheid en begrijpelijkheid ervan. Evenzeer speelt de beschikbaarheid een rol. Uit de rechtspraak volgt dat indien algemene voorwaarden op de achterkant van een contractdocument opgenomen werden, deze tegenstelbaar zijn indien er op de voorkant van datzelfde document naar verwezen wordt.

 

Een recent arrest van het Hof van Cassatie (Cass. 30 maart 2023) dient vermeld te worden in deze context. In het verleden bepaalde de rechtspraak dat verwijzen naar algemene voorwaarden die online raadpleegbaar zijn, niet voldoende was om ervoor te zorgen dat deze effectief van toepassing zouden zijn tussen partijen. Nu blijkt dat het Hof daar een andere visie over heeft, althans in een B2B-context.

 

Het Hof oordeelde immers dat algemene voorwaarden, raadpleegbaar via een hyperlink die doorverwijst naar de website van de onderneming, beantwoorden aan de vereiste van beschikbaarheid. Dit op voorwaarde dat deze op voorhand raadpleegbaar, downloadbaar en te printen zijn. Het Hof lijkt dus rekening te houden met het ‘digitaal tijdperk’ waarin we leven.

 

Het is dus niet noodzakelijk dat de medecontractant (althans in B2B-context) effectief kennis nam van de algemene voorwaarden, een redelijke mogelijkheid tot kennisname volstaat.

 

   1.2.    Aanvaarding

De medecontractant moet tevens de algemene voorwaarden hetzij expliciet, hetzij impliciet aanvaard hebben. In het geval van een impliciete, stilzwijgende aanvaarding wordt wel vereist dat het een omstandig stilzwijgen is. Hiermee wordt bedoeld dat het stilzwijgen niet anders kan geïnterpreteerd worden dan als aanvaarding. Het uitvoeren van de overeenkomst is het voorbeeld bij uitstek van een impliciete aanvaarding.

 

    2.     B2C vs. B2B

 

Er moet tevens aandacht geschonken worden aan de bijkomende elementen wanneer er sprake is van een B2C-context, hetzij een B2B-context.

 

De consument geniet extra bescherming, ook wat betreft de juridische afdwingbaarheid van algemene voorwaarden. Zo bevat boek VI WER een informatie-en transparantieverplichting in hoofde van de onderneming en moet er rekening gehouden worden met de lijst van verboden bedingen. Het opnemen van dergelijk onrechtmatig beding heeft als gevolg dat, ook al nam de consument kennis van en aanvaardde hij de algemene voorwaarden, het beding nietig is.

 

Sinds de B2B-wet is er ook tussen ondernemingen onderling sprake van onrechtmatige bedingen en moet hier dus rekening mee gehouden worden.

 

Tevens is het nieuwe boek 5 van het Burgerlijk Wetboek is uitermate relevant wat betreft algemene voorwaarden tussen ondernemingen, aangezien thans de zogenaamde battle of the forms gereguleerd wordt.

 

Indien twee ondernemingen een overeenkomst sluiten en hierbij conflicterende algemene voorwaarden hanteren, speelt de knock out-regel. Dit houdt in dat het contract wel degelijk tot stand komt en dat beide algemene voorwaarden deel uitmaken van de contractuele relatie, maar de conflicterende algemene voorwaarden blijven zonder gevolg.

 

Besluit

 

De tegenstelbaarheid van algemene voorwaarden vereist steeds de (redelijke mogelijkheid tot) kennisname en aanvaarding. Het is hierbij dus niet vereist dat de medecontractant effectief kennis nam. Daarnaast is het belangrijk de algemene voorwaarden reeds voor de effectieve contractsluiting mee te delen, zeker in B2C relaties.

 

Echter kan voorgaande genuanceerd worden in B2B relaties worden door enerzijds de bijzondere bewijswaarde van een factuur in een B2B-context en anderzijds in het licht van de voormelde recente Cassatierechtspraak.

 

Ons kantoor kan u (en uw onderneming) hierbij uiteraard bijstaan. Aarzel niet om contact met ons op te nemen!

 

 

m.m.v. Arne Sabbe

  

Auteur

Chloƫ Wouters

News & events

1

10/05/2023

Een evolutie in de tegenstelbaarheid van algemene voorwaarden in B2B context

In een digitaal tijdperk is de verwijzing naar algemene voorwaarden op de website bijna een evidentie.

Toch hebben diverse rechtbanken in het verleden geoordeeld dat dit niet voldoende was om deze algemene voorwaarden effectief van toepassing te laten vinden tussen partijen. Er wordt steevast verwezen naar een aantal voorwaarden opdat er sprake kon zijn van tegenstelbaarheid ten aanzien van schuldenaar.

 

Waar de rechtspraak voorheen niet aanvaardde dat een hyperlink voldoende was om te kunnen spreken van kennisname en aanvaarding van de algemene voorwaarden, lijkt hierin sinds een recent arrest van het Hof van Cassatie verandering in te komen. 

 

Deze nieuwsbrief gaat dieper in op die voorwaarden en bespreekt tevens de recente evoluties.

 

    1.      De vereisten van kennisname en aanvaarding: wat met de algemene voorwaarden op de factuur?

 

Opdat de algemene voorwaarden van een aannemer tegenstelbaar aan de medecontractant zijn, moet er voldaan worden aan twee voorwaarden:

 

   1.1.    Kennisname

 

Een eerste vereiste is dat de medecontractant kennis van de algemene voorwaarden moet hebben genomen, of de redelijke mogelijkheid hebben gehad om kennis ervan te nemen. De vereiste van kennis behelst zowel het bestaan als de inhoud van de algemene voorwaarden.

 

De rechtspraak bepaalt dat dit uiterlijk op het moment van sluiten van de overeenkomst dient te gebeuren. Dit betekent dus dat een eerste vermelding van de algemene voorwaarden op een factuur laattijdig is, terwijl de vermelding op een offerte dus wel conform deze vereiste is. Dit moet evenwel genuanceerd worden wat betreft de contractuele relatie tussen aannemers onderling, en dus in een B2B-context. In dit geval bevat de factuur een bijzondere bewijswaarde, wat inhoudt dat bij gebrek aan tijdig protest de factuur én de algemene voorwaarden erop vermeld geacht worden aanvaard te zijn. Doch blijft het ook hier aan te raden niet te wachten tot de eerste factuur om de algemene voorwaarden mee te delen.

 

Daarnaast stelt de vraag zich wat er concreet onder de redelijke mogelijkheid tot kennisname kan begrepen worden. De beoordeling of er effectief een redelijke mogelijkheid bestond, gebeurt steeds door de feitenrechter, waarbij rekening zal gehouden worden met de leesbaarheid en begrijpelijkheid ervan. Evenzeer speelt de beschikbaarheid een rol. Uit de rechtspraak volgt dat indien algemene voorwaarden op de achterkant van een contractdocument opgenomen werden, deze tegenstelbaar zijn indien er op de voorkant van datzelfde document naar verwezen wordt.

 

Een recent arrest van het Hof van Cassatie (Cass. 30 maart 2023) dient vermeld te worden in deze context. In het verleden bepaalde de rechtspraak dat verwijzen naar algemene voorwaarden die online raadpleegbaar zijn, niet voldoende was om ervoor te zorgen dat deze effectief van toepassing zouden zijn tussen partijen. Nu blijkt dat het Hof daar een andere visie over heeft, althans in een B2B-context.

 

Het Hof oordeelde immers dat algemene voorwaarden, raadpleegbaar via een hyperlink die doorverwijst naar de website van de onderneming, beantwoorden aan de vereiste van beschikbaarheid. Dit op voorwaarde dat deze op voorhand raadpleegbaar, downloadbaar en te printen zijn. Het Hof lijkt dus rekening te houden met het ‘digitaal tijdperk’ waarin we leven.

 

Het is dus niet noodzakelijk dat de medecontractant (althans in B2B-context) effectief kennis nam van de algemene voorwaarden, een redelijke mogelijkheid tot kennisname volstaat.

 

   1.2.    Aanvaarding

De medecontractant moet tevens de algemene voorwaarden hetzij expliciet, hetzij impliciet aanvaard hebben. In het geval van een impliciete, stilzwijgende aanvaarding wordt wel vereist dat het een omstandig stilzwijgen is. Hiermee wordt bedoeld dat het stilzwijgen niet anders kan geïnterpreteerd worden dan als aanvaarding. Het uitvoeren van de overeenkomst is het voorbeeld bij uitstek van een impliciete aanvaarding.

 

    2.     B2C vs. B2B

 

Er moet tevens aandacht geschonken worden aan de bijkomende elementen wanneer er sprake is van een B2C-context, hetzij een B2B-context.

 

De consument geniet extra bescherming, ook wat betreft de juridische afdwingbaarheid van algemene voorwaarden. Zo bevat boek VI WER een informatie-en transparantieverplichting in hoofde van de onderneming en moet er rekening gehouden worden met de lijst van verboden bedingen. Het opnemen van dergelijk onrechtmatig beding heeft als gevolg dat, ook al nam de consument kennis van en aanvaardde hij de algemene voorwaarden, het beding nietig is.

 

Sinds de B2B-wet is er ook tussen ondernemingen onderling sprake van onrechtmatige bedingen en moet hier dus rekening mee gehouden worden.

 

Tevens is het nieuwe boek 5 van het Burgerlijk Wetboek is uitermate relevant wat betreft algemene voorwaarden tussen ondernemingen, aangezien thans de zogenaamde battle of the forms gereguleerd wordt.

 

Indien twee ondernemingen een overeenkomst sluiten en hierbij conflicterende algemene voorwaarden hanteren, speelt de knock out-regel. Dit houdt in dat het contract wel degelijk tot stand komt en dat beide algemene voorwaarden deel uitmaken van de contractuele relatie, maar de conflicterende algemene voorwaarden blijven zonder gevolg.

 

Besluit

 

De tegenstelbaarheid van algemene voorwaarden vereist steeds de (redelijke mogelijkheid tot) kennisname en aanvaarding. Het is hierbij dus niet vereist dat de medecontractant effectief kennis nam. Daarnaast is het belangrijk de algemene voorwaarden reeds voor de effectieve contractsluiting mee te delen, zeker in B2C relaties.

 

Echter kan voorgaande genuanceerd worden in B2B relaties worden door enerzijds de bijzondere bewijswaarde van een factuur in een B2B-context en anderzijds in het licht van de voormelde recente Cassatierechtspraak.

 

Ons kantoor kan u (en uw onderneming) hierbij uiteraard bijstaan. Aarzel niet om contact met ons op te nemen!

 

 

m.m.v. Arne Sabbe

  

Auteur

Chloƫ Wouters

News & events

1

10/05/2023

Een evolutie in de tegenstelbaarheid van algemene voorwaarden in B2B context

In een digitaal tijdperk is de verwijzing naar algemene voorwaarden op de website bijna een evidentie.

Toch hebben diverse rechtbanken in het verleden geoordeeld dat dit niet voldoende was om deze algemene voorwaarden effectief van toepassing te laten vinden tussen partijen. Er wordt steevast verwezen naar een aantal voorwaarden opdat er sprake kon zijn van tegenstelbaarheid ten aanzien van schuldenaar.

 

Waar de rechtspraak voorheen niet aanvaardde dat een hyperlink voldoende was om te kunnen spreken van kennisname en aanvaarding van de algemene voorwaarden, lijkt hierin sinds een recent arrest van het Hof van Cassatie verandering in te komen. 

 

Deze nieuwsbrief gaat dieper in op die voorwaarden en bespreekt tevens de recente evoluties.

 

    1.      De vereisten van kennisname en aanvaarding: wat met de algemene voorwaarden op de factuur?

 

Opdat de algemene voorwaarden van een aannemer tegenstelbaar aan de medecontractant zijn, moet er voldaan worden aan twee voorwaarden:

 

   1.1.    Kennisname

 

Een eerste vereiste is dat de medecontractant kennis van de algemene voorwaarden moet hebben genomen, of de redelijke mogelijkheid hebben gehad om kennis ervan te nemen. De vereiste van kennis behelst zowel het bestaan als de inhoud van de algemene voorwaarden.

 

De rechtspraak bepaalt dat dit uiterlijk op het moment van sluiten van de overeenkomst dient te gebeuren. Dit betekent dus dat een eerste vermelding van de algemene voorwaarden op een factuur laattijdig is, terwijl de vermelding op een offerte dus wel conform deze vereiste is. Dit moet evenwel genuanceerd worden wat betreft de contractuele relatie tussen aannemers onderling, en dus in een B2B-context. In dit geval bevat de factuur een bijzondere bewijswaarde, wat inhoudt dat bij gebrek aan tijdig protest de factuur én de algemene voorwaarden erop vermeld geacht worden aanvaard te zijn. Doch blijft het ook hier aan te raden niet te wachten tot de eerste factuur om de algemene voorwaarden mee te delen.

 

Daarnaast stelt de vraag zich wat er concreet onder de redelijke mogelijkheid tot kennisname kan begrepen worden. De beoordeling of er effectief een redelijke mogelijkheid bestond, gebeurt steeds door de feitenrechter, waarbij rekening zal gehouden worden met de leesbaarheid en begrijpelijkheid ervan. Evenzeer speelt de beschikbaarheid een rol. Uit de rechtspraak volgt dat indien algemene voorwaarden op de achterkant van een contractdocument opgenomen werden, deze tegenstelbaar zijn indien er op de voorkant van datzelfde document naar verwezen wordt.

 

Een recent arrest van het Hof van Cassatie (Cass. 30 maart 2023) dient vermeld te worden in deze context. In het verleden bepaalde de rechtspraak dat verwijzen naar algemene voorwaarden die online raadpleegbaar zijn, niet voldoende was om ervoor te zorgen dat deze effectief van toepassing zouden zijn tussen partijen. Nu blijkt dat het Hof daar een andere visie over heeft, althans in een B2B-context.

 

Het Hof oordeelde immers dat algemene voorwaarden, raadpleegbaar via een hyperlink die doorverwijst naar de website van de onderneming, beantwoorden aan de vereiste van beschikbaarheid. Dit op voorwaarde dat deze op voorhand raadpleegbaar, downloadbaar en te printen zijn. Het Hof lijkt dus rekening te houden met het ‘digitaal tijdperk’ waarin we leven.

 

Het is dus niet noodzakelijk dat de medecontractant (althans in B2B-context) effectief kennis nam van de algemene voorwaarden, een redelijke mogelijkheid tot kennisname volstaat.

 

   1.2.    Aanvaarding

De medecontractant moet tevens de algemene voorwaarden hetzij expliciet, hetzij impliciet aanvaard hebben. In het geval van een impliciete, stilzwijgende aanvaarding wordt wel vereist dat het een omstandig stilzwijgen is. Hiermee wordt bedoeld dat het stilzwijgen niet anders kan geïnterpreteerd worden dan als aanvaarding. Het uitvoeren van de overeenkomst is het voorbeeld bij uitstek van een impliciete aanvaarding.

 

    2.     B2C vs. B2B

 

Er moet tevens aandacht geschonken worden aan de bijkomende elementen wanneer er sprake is van een B2C-context, hetzij een B2B-context.

 

De consument geniet extra bescherming, ook wat betreft de juridische afdwingbaarheid van algemene voorwaarden. Zo bevat boek VI WER een informatie-en transparantieverplichting in hoofde van de onderneming en moet er rekening gehouden worden met de lijst van verboden bedingen. Het opnemen van dergelijk onrechtmatig beding heeft als gevolg dat, ook al nam de consument kennis van en aanvaardde hij de algemene voorwaarden, het beding nietig is.

 

Sinds de B2B-wet is er ook tussen ondernemingen onderling sprake van onrechtmatige bedingen en moet hier dus rekening mee gehouden worden.

 

Tevens is het nieuwe boek 5 van het Burgerlijk Wetboek is uitermate relevant wat betreft algemene voorwaarden tussen ondernemingen, aangezien thans de zogenaamde battle of the forms gereguleerd wordt.

 

Indien twee ondernemingen een overeenkomst sluiten en hierbij conflicterende algemene voorwaarden hanteren, speelt de knock out-regel. Dit houdt in dat het contract wel degelijk tot stand komt en dat beide algemene voorwaarden deel uitmaken van de contractuele relatie, maar de conflicterende algemene voorwaarden blijven zonder gevolg.

 

Besluit

 

De tegenstelbaarheid van algemene voorwaarden vereist steeds de (redelijke mogelijkheid tot) kennisname en aanvaarding. Het is hierbij dus niet vereist dat de medecontractant effectief kennis nam. Daarnaast is het belangrijk de algemene voorwaarden reeds voor de effectieve contractsluiting mee te delen, zeker in B2C relaties.

 

Echter kan voorgaande genuanceerd worden in B2B relaties worden door enerzijds de bijzondere bewijswaarde van een factuur in een B2B-context en anderzijds in het licht van de voormelde recente Cassatierechtspraak.

 

Ons kantoor kan u (en uw onderneming) hierbij uiteraard bijstaan. Aarzel niet om contact met ons op te nemen!

 

 

m.m.v. Arne Sabbe