News & events

{D3B2E437-4124-4B41-BC7D-89A4E14CEF8A}

13/10/2025

Aardverschuivingen op til binnen het Vlaamse vergunningsbeleid?

Het Vlaamse vergunningenbeleid is al een tijdje een hot topic in de media. Kwatongen beweren dat je geen spade meer in de grond kunt steken zonder in een lawine aan administratie en beroepsschriften terecht te komen. De Vlaamse regering bestelde dan ook een rapport om te bekijken wat er beter kan.

 

Eind september werd dit Eindrapport van de Gemengde Commissie Vergunningen gepubliceerd. Het is een uitgebreid adviesdocument geworden met maar liefst 45 concrete aanbevelingen om het omgevingsvergunningsbeleid in Vlaanderen grondig te verbeteren. De Commissie, samengesteld uit experten uit bestuur, advocatuur, administratie en bedrijfsleven, had van de Vlaamse regering als opdracht gekregen om te onderzoeken hoe de rechtszekerheid en robuustheid van omgevingsvergunningen versterkt kunnen worden.

 

Het vergunningenstelsel in Vlaanderen scoort op vele punten goed, maar worstelt nog te vaak met onvoorspelbaarheid, vertragingen en uiteenlopende interpretaties in de rechtspraak. Initiatiefnemers, overheden en omwonenden ervaren te weinig duidelijkheid over wat kan en niet kan, en binnen welke termijn beslissingen genomen worden. Wat stelt de Commissie voor om het beleid uit dit moeras te slepen?

 

 

Minder kansen om beroep aan te tekenen?

De rechtspraak over vergunningsbetwistingen is een veelbesproken onderwerp en wordt in het rapport dan ook uitvoerig behandeld. De Commissie pleit voor snellere behandeling van beroepen zonder afbreuk te doen aan de grondigheid van het onderzoek.

 

De Commissie stelt de herinvoering van de regel geen bezwaar, geen beroep voor. Dit houdt in dat iemand slechts een administratief beroep kan instellen bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, als die persoon tijdens het openbaar onderzoek een standpunt of bezwaar heeft ingediend. Zo hoopt de Commissie te vermijden dat een partij haar sterkste juridische argumenten opspaart om ze dan pas in de beroepsfase te gebruiken en zo de vergunning vlak voor de eindmeet tot struikelen te brengen. De herinvoering van ‘geen bezwaar, geen beroep’, zal voor de praktijk dan ook de meeste impact teweegbrengen.

 

‘Geen bezwaar, geen beroep’, is geen gloednieuwe regel uit de koker van de Commissie. In 2017 werd deze regel ingevoerd, maar een luttele twee jaar later vernietigde het Grondwettelijk Hof de juridische basis. Het Hof baseerde de uitspraak op de Grondwet en internationale verdragen die het recht tot toegang tot de rechter waarborgen.

 

De versie van ‘geen bezwaar, geen beroep’ die nu op de tekentafel ligt is een geoptimaliseerde versie van de vernietigde regel, in die zin dat er deze keer een tweede openbaar onderzoek georganiseerd dient te worden wanneer administratief beroep wordt aangetekend. Dit is minder problematisch in het licht van het recht op toegang tot de rechter, aangezien er nu twee kansen zijn om bezwaar aan te tekenen, zonder dat de doelstelling om de toegang tot jurisdictioneel beroep in te perken overboord wordt gegooid.     


Naast de invoering van deze regel wordt gesuggereerd dat de Raad voor Vergunningsbetwistingen meer ruimte moet krijgen om bemiddeling toe te passen en oplossingsgericht te werken.
Verder stelt de Commissie voor dat enkel partijen met een aantoonbaar belang nog toegang hebben tot beroepsprocedures, om misbruik en onnodige vertraging te voorkomen.

 

 

Een goed begin is het halve werk

Een van de opvallendste aanbevelingen is de oproep om het vooroverleg met de overheid te verankeren als een recht voor elke initiatiefnemer.
Volgens de Commissie is overleg met vergunningverleners en adviesinstanties in een vroeg stadium cruciaal om misverstanden en latere discussies te vermijden. Ook wordt gepleit voor de aanstelling van ‘omgevingsmanagers’ naar Nederlands voorbeeld, die als vast aanspreekpunt kunnen optreden bij complexe of maatschappelijk belangrijke projecten.

Daarnaast onderstreept de Commissie het belang van kwalitatieve en volledige dossiers. Overheden zouden initiatiefnemers beter moeten informeren over de te volgen regels en verwachtingen. Het digitale Omgevingsloket moet gefacelift worden tot het gebruiksvriendelijker Omgevingsloket 2.0 met ingebouwde begeleiding en het ‘only once’-principe. Dit principe behelst dat de overheid de burger nooit zal vragen om informatie die de overheid reeds in handen heeft.

Opvallend is dat de Commissie het in de vergetelheid geraakte stedenbouwkundig attest terug naar de voorgrond wil laten treden: dit instrument kan bijdragen aan de rechtszekerheid voor initiatiefnemers en kandidaat-kopers van een onroerend goed, op voorwaarde dat het digitaal beschikbaar en juridisch versterkt wordt.

Minder ‘soft law’, meer duidelijkheid

 

De Commissie is niet opgezet met de wildgroei aan ‘soft law’ zoals richtlijnen, ‘beleidsmatig gewenste ontwikkelingen’ en normenboeken. Deze teksten zijn niet juridisch afdwingbaar, maar worden in de praktijk wel toegepast als ware ze bindend. Ze stelt daarom voor om in het Omgevingsvergunningendecreet te verduidelijken dat enkel formele regelgeving (wetten, decreten, besluiten en verordeningen) als toetsingscriterium kan dienen.

 

De bestaande normenboeken zouden grondig moeten worden herwerkt tot duidelijke handleidingen zonder juridisch afdwingbaar karakter, met een eenvoudigere structuur en in helderdere taal. Zo  hoopt de Commissie het aantal discussies over de volledigheid van dossiers te verminderen en de transparantie voor aanvragers te vergroten.

 

Oplossingsgericht werken

Tijdens de behandeling van vergunningsaanvragen pleit de Commissie voor meer dialoog en bemiddeling. Er wordt voorgesteld een ‘pauzeknop’ in te voeren die aanvragers toelaat om tijdelijk de procedure stil te zetten om oplossingen te zoeken of overleg te voeren, zonder hun rechten te verliezen.

Ook wordt gevraagd de adviesverlening grondig te hervormen: adviezen moeten op maat, gemotiveerd en niet-bindend zijn. De verschillende adviesinstanties zouden daarnaast beter moeten samenwerken via de Provinciale en Gewestelijke Omgevingsvergunningscommissies om zo de gesprekken oplossingsgerichter te laten verlopen.

De aanbeveling om de modulaire omgevingsvergunning versneld in te voeren, is eveneens belangrijk. Die nieuwe procedure moet meer flexibiliteit en voorspelbaarheid brengen, door de behandeling van dossiers op te splitsen in logische modules.

 

Betere regelgeving voor een robuust stelsel

Ten slotte wijst het rapport op de nood aan duidelijke en stabiele regelgeving. De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de milieuwetgeving zouden regelmatig geëvalueerd en vereenvoudigd moeten worden. De bedoeling hier is om te komen tot minder uitzonderingslijsten. Tegelijk wenst de Commissie ‘the right to challenge’ naar voren te schuiven. Dit biedt de aanvrager de flexibiliteit om een afwijking, of in de woorden van het rapport, een ‘evenwaardig alternatief’ voor te stellen.

De Commissie beveelt aan om het principe van bestemmingsneutraliteit in de Codex op te nemen. Dit principe betekent dat de ruimtelijke bestemming van een gebied op zich geen weigeringsgrond mag vormen voor de inplanting van installaties voor de winning, opslag en distributie van hernieuwbare energie. Zo wordt de focus gelegd op wat ruimtelijk aanvaardbaar is, ongeacht de bestemming van de grond.

 

Wat betekent dit rapport voor u?

Als deze aanbevelingen worden omgezet in concrete regelgeving, kan dit leiden tot een voorspelbaarder, transparanter en evenwichtiger vergunningenbeleid.
Voor initiatiefnemers zou dit alles leiden tot snellere beslissingen en meer rechtszekerheid. Voor overheden en omwonenden zouden de voorstellen een duidelijker kader scheppen voor inspraak, toetsing en beroep.

 

Heeft u nog vragen? Neem gerust contact op met ons kantoor voor een consultatie. Ockier & Partners Advocaten (part of Moore Law) verleent deskundig juridisch advies en beschikt op het gebied van aanbestedingsrecht, vastgoedrecht, omgevings- en ondernemingsrecht ruime expertise.

 

 

* m.m.v. meester Anaïs Vanassche 

Auteur

Ludo Ockier

News & events

{D3B2E437-4124-4B41-BC7D-89A4E14CEF8A}

13/10/2025

Aardverschuivingen op til binnen het Vlaamse vergunningsbeleid?

Het Vlaamse vergunningenbeleid is al een tijdje een hot topic in de media. Kwatongen beweren dat je geen spade meer in de grond kunt steken zonder in een lawine aan administratie en beroepsschriften terecht te komen. De Vlaamse regering bestelde dan ook een rapport om te bekijken wat er beter kan.

 

Eind september werd dit Eindrapport van de Gemengde Commissie Vergunningen gepubliceerd. Het is een uitgebreid adviesdocument geworden met maar liefst 45 concrete aanbevelingen om het omgevingsvergunningsbeleid in Vlaanderen grondig te verbeteren. De Commissie, samengesteld uit experten uit bestuur, advocatuur, administratie en bedrijfsleven, had van de Vlaamse regering als opdracht gekregen om te onderzoeken hoe de rechtszekerheid en robuustheid van omgevingsvergunningen versterkt kunnen worden.

 

Het vergunningenstelsel in Vlaanderen scoort op vele punten goed, maar worstelt nog te vaak met onvoorspelbaarheid, vertragingen en uiteenlopende interpretaties in de rechtspraak. Initiatiefnemers, overheden en omwonenden ervaren te weinig duidelijkheid over wat kan en niet kan, en binnen welke termijn beslissingen genomen worden. Wat stelt de Commissie voor om het beleid uit dit moeras te slepen?

 

 

Minder kansen om beroep aan te tekenen?

De rechtspraak over vergunningsbetwistingen is een veelbesproken onderwerp en wordt in het rapport dan ook uitvoerig behandeld. De Commissie pleit voor snellere behandeling van beroepen zonder afbreuk te doen aan de grondigheid van het onderzoek.

 

De Commissie stelt de herinvoering van de regel geen bezwaar, geen beroep voor. Dit houdt in dat iemand slechts een administratief beroep kan instellen bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, als die persoon tijdens het openbaar onderzoek een standpunt of bezwaar heeft ingediend. Zo hoopt de Commissie te vermijden dat een partij haar sterkste juridische argumenten opspaart om ze dan pas in de beroepsfase te gebruiken en zo de vergunning vlak voor de eindmeet tot struikelen te brengen. De herinvoering van ‘geen bezwaar, geen beroep’, zal voor de praktijk dan ook de meeste impact teweegbrengen.

 

‘Geen bezwaar, geen beroep’, is geen gloednieuwe regel uit de koker van de Commissie. In 2017 werd deze regel ingevoerd, maar een luttele twee jaar later vernietigde het Grondwettelijk Hof de juridische basis. Het Hof baseerde de uitspraak op de Grondwet en internationale verdragen die het recht tot toegang tot de rechter waarborgen.

 

De versie van ‘geen bezwaar, geen beroep’ die nu op de tekentafel ligt is een geoptimaliseerde versie van de vernietigde regel, in die zin dat er deze keer een tweede openbaar onderzoek georganiseerd dient te worden wanneer administratief beroep wordt aangetekend. Dit is minder problematisch in het licht van het recht op toegang tot de rechter, aangezien er nu twee kansen zijn om bezwaar aan te tekenen, zonder dat de doelstelling om de toegang tot jurisdictioneel beroep in te perken overboord wordt gegooid.     


Naast de invoering van deze regel wordt gesuggereerd dat de Raad voor Vergunningsbetwistingen meer ruimte moet krijgen om bemiddeling toe te passen en oplossingsgericht te werken.
Verder stelt de Commissie voor dat enkel partijen met een aantoonbaar belang nog toegang hebben tot beroepsprocedures, om misbruik en onnodige vertraging te voorkomen.

 

 

Een goed begin is het halve werk

Een van de opvallendste aanbevelingen is de oproep om het vooroverleg met de overheid te verankeren als een recht voor elke initiatiefnemer.
Volgens de Commissie is overleg met vergunningverleners en adviesinstanties in een vroeg stadium cruciaal om misverstanden en latere discussies te vermijden. Ook wordt gepleit voor de aanstelling van ‘omgevingsmanagers’ naar Nederlands voorbeeld, die als vast aanspreekpunt kunnen optreden bij complexe of maatschappelijk belangrijke projecten.

Daarnaast onderstreept de Commissie het belang van kwalitatieve en volledige dossiers. Overheden zouden initiatiefnemers beter moeten informeren over de te volgen regels en verwachtingen. Het digitale Omgevingsloket moet gefacelift worden tot het gebruiksvriendelijker Omgevingsloket 2.0 met ingebouwde begeleiding en het ‘only once’-principe. Dit principe behelst dat de overheid de burger nooit zal vragen om informatie die de overheid reeds in handen heeft.

Opvallend is dat de Commissie het in de vergetelheid geraakte stedenbouwkundig attest terug naar de voorgrond wil laten treden: dit instrument kan bijdragen aan de rechtszekerheid voor initiatiefnemers en kandidaat-kopers van een onroerend goed, op voorwaarde dat het digitaal beschikbaar en juridisch versterkt wordt.

Minder ‘soft law’, meer duidelijkheid

 

De Commissie is niet opgezet met de wildgroei aan ‘soft law’ zoals richtlijnen, ‘beleidsmatig gewenste ontwikkelingen’ en normenboeken. Deze teksten zijn niet juridisch afdwingbaar, maar worden in de praktijk wel toegepast als ware ze bindend. Ze stelt daarom voor om in het Omgevingsvergunningendecreet te verduidelijken dat enkel formele regelgeving (wetten, decreten, besluiten en verordeningen) als toetsingscriterium kan dienen.

 

De bestaande normenboeken zouden grondig moeten worden herwerkt tot duidelijke handleidingen zonder juridisch afdwingbaar karakter, met een eenvoudigere structuur en in helderdere taal. Zo  hoopt de Commissie het aantal discussies over de volledigheid van dossiers te verminderen en de transparantie voor aanvragers te vergroten.

 

Oplossingsgericht werken

Tijdens de behandeling van vergunningsaanvragen pleit de Commissie voor meer dialoog en bemiddeling. Er wordt voorgesteld een ‘pauzeknop’ in te voeren die aanvragers toelaat om tijdelijk de procedure stil te zetten om oplossingen te zoeken of overleg te voeren, zonder hun rechten te verliezen.

Ook wordt gevraagd de adviesverlening grondig te hervormen: adviezen moeten op maat, gemotiveerd en niet-bindend zijn. De verschillende adviesinstanties zouden daarnaast beter moeten samenwerken via de Provinciale en Gewestelijke Omgevingsvergunningscommissies om zo de gesprekken oplossingsgerichter te laten verlopen.

De aanbeveling om de modulaire omgevingsvergunning versneld in te voeren, is eveneens belangrijk. Die nieuwe procedure moet meer flexibiliteit en voorspelbaarheid brengen, door de behandeling van dossiers op te splitsen in logische modules.

 

Betere regelgeving voor een robuust stelsel

Ten slotte wijst het rapport op de nood aan duidelijke en stabiele regelgeving. De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de milieuwetgeving zouden regelmatig geëvalueerd en vereenvoudigd moeten worden. De bedoeling hier is om te komen tot minder uitzonderingslijsten. Tegelijk wenst de Commissie ‘the right to challenge’ naar voren te schuiven. Dit biedt de aanvrager de flexibiliteit om een afwijking, of in de woorden van het rapport, een ‘evenwaardig alternatief’ voor te stellen.

De Commissie beveelt aan om het principe van bestemmingsneutraliteit in de Codex op te nemen. Dit principe betekent dat de ruimtelijke bestemming van een gebied op zich geen weigeringsgrond mag vormen voor de inplanting van installaties voor de winning, opslag en distributie van hernieuwbare energie. Zo wordt de focus gelegd op wat ruimtelijk aanvaardbaar is, ongeacht de bestemming van de grond.

 

Wat betekent dit rapport voor u?

Als deze aanbevelingen worden omgezet in concrete regelgeving, kan dit leiden tot een voorspelbaarder, transparanter en evenwichtiger vergunningenbeleid.
Voor initiatiefnemers zou dit alles leiden tot snellere beslissingen en meer rechtszekerheid. Voor overheden en omwonenden zouden de voorstellen een duidelijker kader scheppen voor inspraak, toetsing en beroep.

 

Heeft u nog vragen? Neem gerust contact op met ons kantoor voor een consultatie. Ockier & Partners Advocaten (part of Moore Law) verleent deskundig juridisch advies en beschikt op het gebied van aanbestedingsrecht, vastgoedrecht, omgevings- en ondernemingsrecht ruime expertise.

 

 

* m.m.v. meester Anaïs Vanassche 

Auteur

Ludo Ockier

News & events

{D3B2E437-4124-4B41-BC7D-89A4E14CEF8A}

13/10/2025

Aardverschuivingen op til binnen het Vlaamse vergunningsbeleid?

Het Vlaamse vergunningenbeleid is al een tijdje een hot topic in de media. Kwatongen beweren dat je geen spade meer in de grond kunt steken zonder in een lawine aan administratie en beroepsschriften terecht te komen. De Vlaamse regering bestelde dan ook een rapport om te bekijken wat er beter kan.

 

Eind september werd dit Eindrapport van de Gemengde Commissie Vergunningen gepubliceerd. Het is een uitgebreid adviesdocument geworden met maar liefst 45 concrete aanbevelingen om het omgevingsvergunningsbeleid in Vlaanderen grondig te verbeteren. De Commissie, samengesteld uit experten uit bestuur, advocatuur, administratie en bedrijfsleven, had van de Vlaamse regering als opdracht gekregen om te onderzoeken hoe de rechtszekerheid en robuustheid van omgevingsvergunningen versterkt kunnen worden.

 

Het vergunningenstelsel in Vlaanderen scoort op vele punten goed, maar worstelt nog te vaak met onvoorspelbaarheid, vertragingen en uiteenlopende interpretaties in de rechtspraak. Initiatiefnemers, overheden en omwonenden ervaren te weinig duidelijkheid over wat kan en niet kan, en binnen welke termijn beslissingen genomen worden. Wat stelt de Commissie voor om het beleid uit dit moeras te slepen?

 

 

Minder kansen om beroep aan te tekenen?

De rechtspraak over vergunningsbetwistingen is een veelbesproken onderwerp en wordt in het rapport dan ook uitvoerig behandeld. De Commissie pleit voor snellere behandeling van beroepen zonder afbreuk te doen aan de grondigheid van het onderzoek.

 

De Commissie stelt de herinvoering van de regel geen bezwaar, geen beroep voor. Dit houdt in dat iemand slechts een administratief beroep kan instellen bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, als die persoon tijdens het openbaar onderzoek een standpunt of bezwaar heeft ingediend. Zo hoopt de Commissie te vermijden dat een partij haar sterkste juridische argumenten opspaart om ze dan pas in de beroepsfase te gebruiken en zo de vergunning vlak voor de eindmeet tot struikelen te brengen. De herinvoering van ‘geen bezwaar, geen beroep’, zal voor de praktijk dan ook de meeste impact teweegbrengen.

 

‘Geen bezwaar, geen beroep’, is geen gloednieuwe regel uit de koker van de Commissie. In 2017 werd deze regel ingevoerd, maar een luttele twee jaar later vernietigde het Grondwettelijk Hof de juridische basis. Het Hof baseerde de uitspraak op de Grondwet en internationale verdragen die het recht tot toegang tot de rechter waarborgen.

 

De versie van ‘geen bezwaar, geen beroep’ die nu op de tekentafel ligt is een geoptimaliseerde versie van de vernietigde regel, in die zin dat er deze keer een tweede openbaar onderzoek georganiseerd dient te worden wanneer administratief beroep wordt aangetekend. Dit is minder problematisch in het licht van het recht op toegang tot de rechter, aangezien er nu twee kansen zijn om bezwaar aan te tekenen, zonder dat de doelstelling om de toegang tot jurisdictioneel beroep in te perken overboord wordt gegooid.     


Naast de invoering van deze regel wordt gesuggereerd dat de Raad voor Vergunningsbetwistingen meer ruimte moet krijgen om bemiddeling toe te passen en oplossingsgericht te werken.
Verder stelt de Commissie voor dat enkel partijen met een aantoonbaar belang nog toegang hebben tot beroepsprocedures, om misbruik en onnodige vertraging te voorkomen.

 

 

Een goed begin is het halve werk

Een van de opvallendste aanbevelingen is de oproep om het vooroverleg met de overheid te verankeren als een recht voor elke initiatiefnemer.
Volgens de Commissie is overleg met vergunningverleners en adviesinstanties in een vroeg stadium cruciaal om misverstanden en latere discussies te vermijden. Ook wordt gepleit voor de aanstelling van ‘omgevingsmanagers’ naar Nederlands voorbeeld, die als vast aanspreekpunt kunnen optreden bij complexe of maatschappelijk belangrijke projecten.

Daarnaast onderstreept de Commissie het belang van kwalitatieve en volledige dossiers. Overheden zouden initiatiefnemers beter moeten informeren over de te volgen regels en verwachtingen. Het digitale Omgevingsloket moet gefacelift worden tot het gebruiksvriendelijker Omgevingsloket 2.0 met ingebouwde begeleiding en het ‘only once’-principe. Dit principe behelst dat de overheid de burger nooit zal vragen om informatie die de overheid reeds in handen heeft.

Opvallend is dat de Commissie het in de vergetelheid geraakte stedenbouwkundig attest terug naar de voorgrond wil laten treden: dit instrument kan bijdragen aan de rechtszekerheid voor initiatiefnemers en kandidaat-kopers van een onroerend goed, op voorwaarde dat het digitaal beschikbaar en juridisch versterkt wordt.

Minder ‘soft law’, meer duidelijkheid

 

De Commissie is niet opgezet met de wildgroei aan ‘soft law’ zoals richtlijnen, ‘beleidsmatig gewenste ontwikkelingen’ en normenboeken. Deze teksten zijn niet juridisch afdwingbaar, maar worden in de praktijk wel toegepast als ware ze bindend. Ze stelt daarom voor om in het Omgevingsvergunningendecreet te verduidelijken dat enkel formele regelgeving (wetten, decreten, besluiten en verordeningen) als toetsingscriterium kan dienen.

 

De bestaande normenboeken zouden grondig moeten worden herwerkt tot duidelijke handleidingen zonder juridisch afdwingbaar karakter, met een eenvoudigere structuur en in helderdere taal. Zo  hoopt de Commissie het aantal discussies over de volledigheid van dossiers te verminderen en de transparantie voor aanvragers te vergroten.

 

Oplossingsgericht werken

Tijdens de behandeling van vergunningsaanvragen pleit de Commissie voor meer dialoog en bemiddeling. Er wordt voorgesteld een ‘pauzeknop’ in te voeren die aanvragers toelaat om tijdelijk de procedure stil te zetten om oplossingen te zoeken of overleg te voeren, zonder hun rechten te verliezen.

Ook wordt gevraagd de adviesverlening grondig te hervormen: adviezen moeten op maat, gemotiveerd en niet-bindend zijn. De verschillende adviesinstanties zouden daarnaast beter moeten samenwerken via de Provinciale en Gewestelijke Omgevingsvergunningscommissies om zo de gesprekken oplossingsgerichter te laten verlopen.

De aanbeveling om de modulaire omgevingsvergunning versneld in te voeren, is eveneens belangrijk. Die nieuwe procedure moet meer flexibiliteit en voorspelbaarheid brengen, door de behandeling van dossiers op te splitsen in logische modules.

 

Betere regelgeving voor een robuust stelsel

Ten slotte wijst het rapport op de nood aan duidelijke en stabiele regelgeving. De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en de milieuwetgeving zouden regelmatig geëvalueerd en vereenvoudigd moeten worden. De bedoeling hier is om te komen tot minder uitzonderingslijsten. Tegelijk wenst de Commissie ‘the right to challenge’ naar voren te schuiven. Dit biedt de aanvrager de flexibiliteit om een afwijking, of in de woorden van het rapport, een ‘evenwaardig alternatief’ voor te stellen.

De Commissie beveelt aan om het principe van bestemmingsneutraliteit in de Codex op te nemen. Dit principe betekent dat de ruimtelijke bestemming van een gebied op zich geen weigeringsgrond mag vormen voor de inplanting van installaties voor de winning, opslag en distributie van hernieuwbare energie. Zo wordt de focus gelegd op wat ruimtelijk aanvaardbaar is, ongeacht de bestemming van de grond.

 

Wat betekent dit rapport voor u?

Als deze aanbevelingen worden omgezet in concrete regelgeving, kan dit leiden tot een voorspelbaarder, transparanter en evenwichtiger vergunningenbeleid.
Voor initiatiefnemers zou dit alles leiden tot snellere beslissingen en meer rechtszekerheid. Voor overheden en omwonenden zouden de voorstellen een duidelijker kader scheppen voor inspraak, toetsing en beroep.

 

Heeft u nog vragen? Neem gerust contact op met ons kantoor voor een consultatie. Ockier & Partners Advocaten (part of Moore Law) verleent deskundig juridisch advies en beschikt op het gebied van aanbestedingsrecht, vastgoedrecht, omgevings- en ondernemingsrecht ruime expertise.

 

 

* m.m.v. meester Anaïs Vanassche